Monday, December 3, 2007

AUGUST WILLEMSEN

                                               Foto by Neyde Lantyer

August Willemsen 30 de novembro de 2007

  ...ele também já foi brasileiro, moreno como vocês... ...ook hij hij was eens Brazilaan, even bruin als jullie... (Carlos Drummond de Andrade)

Met veel verdriet hoorden we dat Auguust Willemsen, begenadigd vertaler van van de Braziliaanse en Portugese literatuur,ons ontviel.Guus was een bijzondere man. In de 70-er jaren, na het lezen van, Os Sertões van Euclides da Cunha, (later door hem vertaald als "De binnenlanden" Meulenhof 2001)werd hij verliefd op Brazilië en de Portugese taal. Een man van vele talenten, die het conservatorium doorliep, maar uiteindelijk koos voor een studie Portugees, een taal die in die tijd als hoogst exotisch werd beschouwd. Hij doceerde de taal en de literatuur aan de Universiteit van Amsterdam, schreef een proefschrift over Graciliano Ramos, vertaalde een aantal van onze grote klassieken: Graciliano Ramos, Machado de Assis, Guimarães Rosa, Antonio Torres, Manoel Bandeira, João Cabral de Melo Neto, Carlos Drummond de Andrade. Met het verschijnen van zijn “Braziliaanse brieven” en met de vertalingen van de Portugese dichter Fernando Pessoa kwam de faam. Als men hem vroeg naar het geheim van een goede vertaling, zei hij: "Het is heel eenvoudig: een kwestie van trouw aan de auteur, van het lezen tussen de regels door, met de ogen en het hart wijd open." Hij schreef over Braziliaans voetbal, over zijn leven, zijn liefdes, zijn zwakheden, zijn genoegens en ongenoegens. Niet van het voor de hand liggende hield hij; hij hield vande Bijlmermeer, niet het sjieke zuiden van Rio de Janeiro. "wat zoekt een mens in Ipanema, of in Copacabana" , vroeg hij. "Het strand is overal en altijd één en hetzelfde ding: water, zand, cafés en zich exibitionerende vrouwen en mannen. Het is in iedere hoek van de wereld hetzelfde." Hij hield van het centrum van Rio deJaneiro, van Catete, Lapa, ver voordat dit de hippe, trendy zone werd die het vandaag is. Hij verafschuwde tourisme en touristen; gemeenplaatsen. In Brazilië, lunchte en dineerde hij met leden van de Letterkundige Academie van Brazilië, maar net zo goed begaf hij zich onder gewonen mensen, het volk.Bij twee gelegenheden, in januari 2006 en in april 2007, eerde hij de Stichting A Hora do Brasil, met zijn aanwezigheid. Bij de eerste gelegenheid sprak hij over de fijne kneepjes van het vertalersvak bij de vertaling van Guimarães Rosa. De tweede keer, de hommage aan zijn persoon, ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag - met bijdragen van Ruud Kousbroek, Jan Brokken, Roel Janssen- emotioneerde hem zeer. Ontroerd stond hij op en bedankte allen, daarna ging hij weer zitten en verhaalde op een briljante wijze over Carlos Drummond de Andrade. Guus heeft de Braziliaanse literatuur in Nederland ontgonnen en zette het voor Nederland op de kaart. Hij was een pionier. Zijn verlaten van het speelveld, op de leeftijd van 71 jaar, is voor ons allemaal, Portugeestaligen en Nederlanders, een groot verlies.

Júlia Abreu de Souza - A Hora do Brasil Foundation

_________________________________________________

30 de novembro de 2007 August Willemsen

...eu também já fui brasileiro, moreno como vocês (Carlos Drummond de Andade)

Foi-se August Willemsen, o genial tradutor da literatura brasileira e portuguesa, figura admirada e querida na comunidade lusófona. Guus era uma pessoa muito especial. Nos anos 70, após a leitura de Os Sertões, apaixonou-se pelo Brasil e pela língua portuguesa. Homem de múltiplos talentos,freqüentou o Conservatório de Música, mas acabou por optar pelo estudo de Português, língua considerada sumamente exótica naquela época. Lecionou língua e literatura na Universidade de Amsterdam, escreveu uma tese sobre Graciliano Ramos, introduziu a fina flor da literatura brasileira na Holanda, traduzindo alguns dos nossos grandes clássicos: Graciliano Ramos, Machado de Assis, Guimarães Rosa, Antonio Torres, Manoel Bandeira, João Cabral de Melo Neto, Carlos Drummond de Andrade. A fama veio com suas “Braziliaanse brieven”, e com a tradução do poeta português Fernando Pessoa. Quando lhe perguntavam qual era o segredo de uma boa tradução, dizia: É muito simples, uma questão de fidelidade ao autor,de ler nas entrelinhas do que ele quer dizer.Ficar de olhos bem abertos, com os sentidos aguçados. E ele ficou, tanto nas traduções quanto nos sua prosa. Escreveu sobre futebol brasileiro, sobre sua vida, seus amores, suas fraquezas, sua queda (“de val”),seus gostos e desgostos. Não apreciava o óbvio. Gostava do Bijlmermeer, não gostava da zona sul carioca. Para que ir a Ipanema, Copacabana, perguntava. Praia é sempre a mesma coisa: água, areia, bares, homens e mulheres se exibindo. Em qualquer lugar do mundo é igual. Gostava do centro do Rio de Janeiro, dos bairros onde a vida boêmia do Rio começou,do Catete, da Lapa, mesmo antes desta virar a zona badalada que é hoje. Detestava turismo, turistas, lugares comuns. No Brasil, almoçava e jantava com membros da Academia Brasileira de Letras, mas também gostava de conviver com a gente simples, o povo, e de viajar pelo interior do país, onde colhia inspiração para seus escritos. Em dois eventos, em janeiro de 2006 e em abril 2007, a Fundação A Hora do Brasil, contou com sua presença. Na primeira ocasião, falou sobre as manhas e artimanhas inerentes à tradução de Guimarães Rosa. A segunda vez, na homenagem prestada por ocasião do seu septuagésimo aniversário - com a participação de Ruud Kousbroek, Jan Brokken, Roel Janssen - deixou-o muito sensibilizado. Emocionado, levantou-se, agradecendo a todos. Depois, sentado, leu e discorreu brilhantemente sobre Carlos Drummond de Andrade. Guus foi um pioneiro, um desbravador; mapeou, e a seguir, fincou a bandeira da literatura brasileira na Holanda. Sua saída de campo, aos 71 anos de idade, vai deixar saudades. À sua moda, ele também foi um brasileiro.

Júlia Abreu de Souza